Website
van Dries
Toothie is een knuffel konijn, tenminste dat zegt hij, maar eigenlijk is het een haas. Toothie is bevrijd uit een warenhuis in Praag. Hij heeft net zulke lange tanden als 3s4all. Toothie heeft een woest leven, hij is voortdurend op pad om konijntjes te tellen. Die konijntjes treft hij overal ter wereld tijdens feesten die ter ere van hem worden gehouden.
Toothie
Lang
geleden, op een mooie nacht werd Toothie geboren. Hij wist toen
natuurlijk nog niet dat hij zo heette, dat word je later wel duidelijk.
Toothie lag in een nest met allemaal andere toothies, die nog steeds
niet zo heetten, ook dat word je later duidelijk. Toothie was een
ondernemend konijn. Al toen hij heel jong was, trok hij er ’s nachts op
uit om konijntjes te zoeken, later kwam hij er pas achter dat het
belangrijk was om daarbij te tellen. Het was niet makkelijk, omdat het
bos waar hij in kwam niet erg vriendelijk was. De moeder van Toothie had
hem verteld dat er in dat bos een wilde, donkere vrouw woonde. Er werd
verteld dat zij een meesteres was in de boze kunsten. Zij was de baas
van een heleboel geesten die de hoofden van bijna alle mensen bestuurden
in een land waarin iedereen zich gevangen voelde. Die donkere vrouw werd
Baba Jaga genoemd en Toothie was best wel bang dat hij haar een keer zou
tegen komen.
Op
een nacht, hij was inmiddels bij konijntje nummer 10, maar dat dat
belangrijk was, wist hij toen nog niet, hoorde hij geruis in de donkere
lucht. En daar zag hij haar, Baba Jaga, vliegend door de lucht in een
mortier. Zij gebruikte de vijzel als roer, maar ze liet geen spoor
achter in de lucht, omdat ze een bezem van zilverberkenhout gebruikte om
alles uit te vegen. Dat zag er nogal eng uit en Toothie rende de andere
kant uit. Toen hij thuis kwam vertelde hij het aan de andere toothies.
Gelukkig hoorde zijn tante het ook en die vertelde er meer over. Die
tante wist dat Baba Jaga iedereen helpt die rein van geest is, maar dat
ze de ziel eet van iedereen die haar vragen stelt. Ze wordt namelijk erg
boos als haar vragen worden gesteld, omdat elke keer als er een vraag
aan haar wordt gesteld, zij direct een jaar ouder wordt. Baba Jaga wist
dat er een manier was om niet zo snel oud te worden. Door thee te
drinken van blauwe rozen werd ze weer jonger, maar hoe kom je aan blauwe
rozen? Toothie was een slim konijn. Hij herinnerde zich dat hij een keer
bij het konijntjes tellen, ook al noemde hij dat toen nog niet zo, een
veld met blauwe rozen had gezien. Voortaan ging hij geen avond meer het
bos in zonder eerst een blauwe roos te plukken en dat was maar goed
ook! Want op een nacht liep hij in het bos een open plek op en daar
stond een huisje op kippenpootjes.
Er
stond een hek omheen dat gemaakt was van menselijke botten met schedels
er bovenop. En toen hij goed keek, en hij moest zijn best doen, omdat
het huisje zich voortdurend omdraaide en van hem weg danste, zag hij dat
haar voordeur niets anders was dan een mond gevuld met scherpe tanden.
En daarbinnen in zat ze. Een kwade, lelijke oude vrouw die een van haar
geesten naar buiten stuurde om toothie bij zijn oren op te pakken en
naar binnen te gooien. Als dat maar goed ging. Toothie had de hele tijd
zijn blauwe roos achter zijn rug verborgen gehouden. Toen hij voor Baba
Jaga stond en zij al aanstalten maken om zijn lekkere ziel te
verorberen, haalde hij de blauwe roos tevoorschijn. Baba Jaga dacht
meteen niet meer aan eten. Iedereen met een blauwe roos was haar held en
zij was bereid welke wens dan ook van wie dan ook op dat moment te
vervullen.
“Geef me die roos, konijn, zei ze, dan zal ik een wens van je
vervullen”. Die wens van Toothie heb ik nooit gehoord, maar dit is wat
er gebeurde:
Toothie was opeens heel ergens anders. Hij keek recht in het lachende
gezicht van een mooie vrouw met donkere krullen. Naast haar zag hij een
man met opmerkelijke tanden, die helemaal in de ban was van die vrouw.
En voordat hij het wist werd hij opgepakt en meegenomen naar een ander
land, waar ze met hem speelden en speelden en voortdurend zeiden dat hij
bevrijd was. En zo was het ook. Ze noemden hem Toothie en zeiden dat
zijn hobby “konijntjes tellen” heette. Er was ook nog een klein beertje
waar hij direct helemaal weg van was. Dat beertje moest nog veel leren
maar alles zou goed komen.

En ze leefden nog lang en gelukkig.