Website
van Dries
Het verhaal van de tijger en de koe
Het verhaal van de archetypen
Het verhaal van de Mexicaanse konijnen
Het verhaal van de
konijnenreeks
De
tijger zat samen met zijn gezinnetje lekker in het zonnetje in een kom
van zand. Eigenlijk wilde hij alleen maar lekker slapen en dat lukte ook
aardig, behalve als een van zijn welpjes het nodig vond om een tik tegen
zijn snorharen te geven. Zo erg was dat niet, hij deed dan één oog open,
gromde een beetje en gaf het welpje een speels tikje waardoor die toch
nog wel een meter of vijf door de lucht vloog. Iedereen had het prima
naar zijn zin. Totdat de tijger zijn oog opende en in de verte op de
heuvel een koe zag staan. Wouw, daar stond het avondeten. Dat zei hij
ook tegen zijn vrouw die hem aanmoedigde er direct werk van te maken.
De koe stond in het warme zonnetje tussen de vliegen en zag tot zijn
grote schrik de tijger aankomen. Hij sprong een stukje achteruit, maar
hij wist wel dat hij geen schijn van kans maakte. Hij bleef rillend over
zijn hele lijf gelaten op de komst van de tijger wachten.
Doordat hij achteruit was gesprongen had hij Toothie gestoord bij het
beoefenen van zijn favoriete hobby. Hij was al tot 4 gekomen die dag en
nummer 5 had zich net aangediend. Dat ging echter mis. Nummer 5 schrok
zo van de koe dat zij heel hard weg rende, waardoor Toothie zijn
aandacht maar op de koe richtte. Ook hij zag de tijger aankomen en hij
voelde medelijden met de koe. “Maak je maar niet bezorgd”, zei Toothie,
“ik weet wel een manier om je hier uit te redden”. En hij liep in de
richting van de tijger waar hij een verdroogd karkas van een stier had
zien liggen. Toothie kroop in de schedel van de stier en toen de tijger
in de buurt was, sprak hij met holle stem: “Als je niet zo wilt eindigen
als ik, dan moet je die koe met rust laten. Als je haar, mijn vroegere
vrouw, opeet, ga je wis en waarachtig dood”.
De
tijger schrok zich een ongeluk en hij maakte meteen rechtsomkeert.
Toothie trok een sprintje, zodat hij via een omweg de tijger tegemoet
kon lopen. Hij was niet bang, want hij wist dat tijgers konijnen een te
klein hapje vinden en bovendien helemaal niet lekker. “Wat doe je?”, zei
Toothie. “Ik ben op jacht”, zei de tijger. “Ik weet wel wat”, zei
Toothie, “loop maar met me mee. Boven op de heuvel staat een lekkere
vette koe, wacht maar even hier, dan zorg ik dat ze in jouw richting
loopt”. De tijger was van de schrik bekomen en had toch wel zin in dat
lekkere hapje. Bovendien zou zijn vrouw hem zien aankomen. Die pikte dat
echt niet als hij geen eten bij zich had. Hij wachtte gehoorzaam en
Toothie klom de heuvel weer op, niet naar de koe, maar naar een groot
rotsblok. Hij nam een flinke aanloop en duwde het rotsblok naar beneden.
De rots raakte de tijger, die uren versuft bleef liggen. Tijd genoeg
voor de koe om zich uit de voeten te maken.
Sinds die tijd zijn de koe en Toothie goede vrienden.
Naar boven
In
Waterschapsheuvel heb je waarschijnlijk gelezen over “El-ahrairah”. Dat
is, zeg maar het prototype van elk konijn in konijnenverhalen. Dit
oerkonijn is wat elk konijn wil zijn: slim, slinks, lastig, en toegewijd
aan het welzijn van zijn stam. In Waterschapsheuvel is zijn naam in
konijnentaal een samenvoeging van Elil-Hrair-Rah, en dat betekent prins
met duizend vijanden.
Het is een voorbeeld van een schavuit in de gedaante van een dier zoals
je die vaker tegenkomt in de mythologie. De schavuit speelt spelletjes
en/of houdt zich niet aan normale regels en gedrag “zoals het hoort”.
Dit soort schavuiten behoort tot de zogenaamde archetypen, die door Jung
zijn beschreven (ja, ja) en nu wordt het leuk. Er zijn theorieën die
zeggen dat in mensen heel veel archetypen zijn terug te vinden. Die
laten op verschillende momenten hun stem horen. Binnen één persoon
worden sommige van die archetypen weggeduwd, hoewel ze op de meest
onverwachte momenten kunnen toeslaan. Tussen mensen kan zo’n archetype
bij de ander heftige gevoelens van angst, afwijzing, maar ook
aantrekking veroorzaken (Ik haal hier een beetje uit mijn geheugen op
wat ik daar wel eens over gelezen heb).
De truc is deze archetypen niet als afzonderlijke persoonlijkheden te
zien, maar als onderdelen van één geheel, waarbij deze onderdelen worden
bestuurd door het bewustzijn. Denk maar aan het mannetje dat steeds op
mijn schouder zit en commentaar levert, die is van het archetype “de
criticus”. Wegslaan heeft geen zin, hem observeren zonder oordeel, ervan
leren wat ervan te leren valt, er ontspannen mee omgaan, erom en ermee
lachen, en de regie houden, daar gaat het om. Dit is allemaal heel
serieus, nu terug naar Toothie (en Driesje en Einstein).
Je kunt, volgens mij zonder twijfel, zeggen dat dit archetypen zijn. We
hebben er veel lol mee. En op dit moment realiseer ik me dat het veel
groter en grootser is (dat wist jij al). Ik gebruik de knuffels om een
deel van het verleden (patronen die er al vroeg zijn ingeslepen) van me
af te schudden. En dat is prachtig en opbouwend. Zoals jij het zegt:
“het zijn wezentjes”.
Het is grappig om hier over door te denken. Een deel van wat ik
hierboven opschrijf komt van een ander archetype “de rationalist”. Maar
ook van “het kind”. En er staat hierboven ook iets over de regie houden.
Ik besef nu wat dat betekent. Het gaat om het in evenwicht brengen van
al die archetypen. Dat moet je zelf doen. En in dat proces kun je ook
behoorlijk uit evenwicht raken. Nu gaat het goed, maar het kan nog
beter.
Lieverd, ik wil heel lang met je blijven spelen. Je zegt 10 jaar. Dat
gaat volgens mij over gezondheid. Ik ga uit van meer jaren. Ook als de
gezondheid minder wordt, blijven we namelijk spelen. Daar worden we
krachtig bij geholpen door twee wezentjes: Toothie en Driesje.
Naar boven
Nog dronken konijnen gezien? Dat valt in Mexico niet uit te sluiten, heb
ik gelezen.
In de mythologie van de Azteken wordt gesproken over Mayahuel, de godin
van de Maguey-plant. Deze plant wordt ook wel agave genoemd en in Mexico
maken ze er pulque, een alcoholisch drankje van. Het verhaal gaat dat
Mayahuel tijdens een wandeling een muis tegenkwam, die alsmaar in
rondjes liep. De muis was totaal niet bang voor haar. Integendeel hij
keek haar de hele tijd aan en begon toen te lachen. Voor dat lachen was
geen enkele zinnige reden te bedenken en er leek ook geen eind aan te
komen. Dat gebeurde pas toen de muis in slaap viel. Mayahuel vermoedde
dat het vreemde gedrag van de muis te maken had met het sap dat uit een
Maguey-plant drupte en ze vroeg aan Patecatl, god van de vruchtbaarheid,
voor haar een drankje uit dit sap te maken.
Ik denk dat ze er samen van gedronken hebben en dat ze vervolgens
konijntjes zijn gaan tellen, want deze twee goden worden genoemd als de
voorouders van de Centzon Totochtin, de heilige konijnen, die zichzelf
zonder enige terughoudendheid de dronken goden noemden. Er waren er 400
van. En dat betekent eigenlijk oneindig veel, want de Azteken gebruikten
het getal 400 om aan te geven dat het er ontelbaar veel waren. Al die
konijnen representeren een verschillende staat van dronkenschap. De
groep was vermaard vanwege hun zeer luidruchtige feesten. De leden van
deze groep hadden natuurlijk hun Aztekennaam, maar ze worden vaak
aangegeven met konijn x, waarin x een nummer is. Ometochtli is konijn 2
en daarmee is hij direct de baas van de Centzon Totochtin, omdat niemand
ooit heeft gehoord van konijn 1. Afbeeldingen van Ometochtli laten vaak
twee konijnen in één zien (ongetwijfeld heeft dat iets te maken met heel
veel alcoholgebruik), zodat het idee bestaat dat hij konijn 1 en konijn
2 tegelijkertijd is.


Naar boven

Fibonacci was een wiskundige uit de 13e eeuw die veel belangrijke zaken
heeft bedacht. Bijvoorbeeld het getal 0 en de Arabische manier van
omgaan met getallen. Beroemd is de Fibonaccireeks (0, 1, 1, 2, 3, 5, 8,
13, 21, 34, …….).
Zie je het? Elk getal in de reeks is de som van de twee getallen ervoor.
En dit heeft alles te maken met konijntjes tellen, want Fibonacci
gebruikte daarvoor het beeld van een zich ideaal voortplantend koppel
konijnen. Elk paar produceert één keer per maand een tweede paar. Deze
jonge konijntjes (in de ideale situatie altijd een mannetje en een
vrouwtje) hebben een maand nodig om geslachtsrijp te worden, maar dan
gaan ze ook los.
Je bent in een bos zonder konijnen. Dan begin je met 0 paren konijnen.
Hé, kijk daar eens, daar komt een paartje binnen lopen. Nu heb je 1 paar
konijnen. Die gaan aan de slag, een nieuw paar wordt geboren, nu heb je
2 paren, waarvan het eerste paar direct weer aan de slag gaat, terwijl
het tweede paar nog moet groeien. Na een maand heb je dan 3 paren,
waarvan er nu twee aan de slag kunnen, het laatste paar moet nog even
wachten. Na weer een maand heb je 5 paren, waarvan er twee moeten
wachten en er drie aan de slag gaan. Weer een maandje later heb je 8
paren, waarvan er drie moeten wachten. Vijf gaan er aan de slag en zo
tel je de konijntjes verder.
Bovenstaande reeks wordt in de wiskunde ook wel de konijnenreeks
genoemd. Ik zal je de wiskundige formules besparen, maar ik noem wel een
leuke toepassing: Het Fibonaccigedicht of konijnenrijm is een gedicht
waarin per regel precies het aantal lettergrepen (al of niet in meer
woorden) voorkomt dat je ziet in deze reeks. Het eerste gedicht heb ik
zelf gemaakt.
Voor Toothie
Hij
Paart
Zich suf
Konijntjes
Telt hij bij de vleet
Is kwijt hoeveel hij er bereed
Dit soort gedichten wordt ook wel fibs genoemd. Er zijn een hoop fibs te
vinden op internet. Ik vind die van mij mooi, maar onderstaande
gespiegelde fib (vertaald door mij uit het Engels, en gezorgd dat hij
echt klopt) is prachtig:

Man
Ben
Ik
Die man
Verlaten
Spiegel in spiegels
Kijkend naar mij, naar mij kijkend
Spiegels in Spiegel
Verlaten
Man die
Ik
Ben?
Ten slotte voor het afhalen van Schiphol nog een konijnrijm:
Op tijd
Ik
Hou
Van jou
Zinderend
Rusteloos mijn hart
Hoop dat morgen de auto start